In deze periode van het jaar wordt op heel wat plaatsen carnaval gevierd. Stoeten met praalwagens om ter mooist en mensen verkleed in de gekste fantasiefiguren, de draak stekend met alles en iedereen. Wat als we nu eens alle dieren in de stoet laten opstappen – van kippen en hanen tot olifanten en kangoeroes? Dat idee moet de Franse componist Camille Saint-Saëns (1835 – 1921) ook gehad hebben toen hij zijn “Le Carnaval des Animaux – Grande Fantaisie Zoölogique” (“Het Carnaval der Dieren”) in februari 1887 begon te componeren tijdens een concerttournee in Oostenrijk. Het werd een werk met 14 deeltjes waarin hij (op een paar stukken na) een aantal dieren uitbeeldt. Het zijn voornamelijk de karakteristieke eigenschappen van de dieren die, een beetje spottend maar soms ook zeer treffend, weergegeven worden. Hij schreef het werk voor “Ensemble de chambre ou petit Orchestre” (voor kamerensemble of klein orkest). In de partituur zijn de volgende instrumenten voorgeschreven: 1 piccolo, 1 fluit, 2 klarinetten (in B en in C), 1 glasharmonica, 1 xylofoon, 2 piano’s, violen 1 en 2, altviolen, cello’s, en contrabassen. De inzet van de instrumenten varieert per deel. In plaats van de glasharmonica wordt ook wel gebruikgemaakt van een glockenspiel of een celesta.

Saint-Saëns schreef het werk puur en alleen voor het plezier van zichzelf en zijn vrienden. Tijdens zijn leven werd het stuk slechts één keer voorgedragen, en dat was binnen de privésfeer. Saint-Saëns stond publicatie van het werk tijdens zijn leven niet toe. De waarschijnlijke reden is dat Saint-Saëns een dergelijk satirisch en humorvol stuk niet vond passen bij een componist op het hoogtepunt van zijn carrière. Het werk bleef bijna 30 jaar liggen en werd pas in 1922 voor het eerst uitgegeven. In de loop der tijd won het enorm aan populariteit.
Het deeltje dat we vandaag beluisteren is “Volière” (dat is een ruime kooi waarin siervogels en vlinders in gevangenschap worden gehouden). Het is een vrolijk en luchtig stukje muziek geworden waar Saint-Saëns koos om vooral de vogels uit te beelden. En zeg nu zelf: welk instrument is hiertoe beter in staat dan de fluit? Het stukje mag dan wel vrolijk en luchtig opgevat zijn, voor fluitspelers vormt het een hele uitdaging en het vraagt het heel wat studeerwerk om de partij tot een goed einde te kunnen brengen. Geen wonder dus dat het een veelgevraagd werk is wanneer je als fluitist een auditie gaat doen om in een orkest te spelen.

Wat zijn zoal de moeilijkheden? Niet alleen zijn er de enorme hoeveelheid snelle nootjes waarbij je vingers (ook met de lastige grepencombinaties) zo zuiver mogelijk moeten spelen en je tong het nodige werk heeft (merk je op hoe weinig legato er staat?), maar het geheel staat ook nog eens in p van begin tot einde (met aan cijfer 2 even een kleine crescendo en diminuendo) en een einde in ppp ! Als je dit dan ook nog eens kan laten klinken als het flapperen van de frêle vleugels van de mooiste exotische vogeltjes, dan krijg je zeker en vast je plaatsje in het orkest !
De animatie in het fragment van vandaag is verzorgd door studenten van het ICAN – een toonaangevend Frans instituut dat opleidingen geeft voor gaming-, animatie- en web-design. “In een bos zingen vogels zoals gewoonlijk. Plots ziet een van hen zijn gezang veranderen in een instrumentgeluid dat de gebruikelijke melodie van het bos afsnijdt. Beetje bij beetje worden de andere vogels “besmet” door deze verandering van stem”.
Kan je nog andere werken vinden waarin de fluit de rol van “vogel” op zich neemt? Deel ze met iedereen in een commentaartje hieronder!
25 februari 2023 at 12:39
Leuk filmpje bij leuke muziek m. Neem ik mee naar mijn klasjes
25 februari 2023 at 14:32
Kathleen, van heel het carnaval der dieren zijn leuke versies te vinden. Ideaal inderdaad om in klassen te gebruiken.