DJ in de 17de eeuw

Jacob van Eyck werd waarschijnlijk in 1590 geboren te Heusden (Nederland) (zijn geboorteplaats is niet zeker). Deze blind geboren jonkheer was musicus en componist. Hij werkte als beiaardier en was een befaamd campanoloog (een deskundige op het gebied van luidklokken en beiaards). In zijn vrije tijd speelde hij graag blokfluit. Hij overleed op 26 maart 1657 te Utrecht.

Gedenksteen op het Domplein in Utrecht

Jacob van Eyck nam de populaire muziekstukken uit zijn tijd, speelde die op zijn blokfluit en maakte daarop variaties (in zijn bewoordingen ‘veranderingen’). De basismelodieën zijn dus niet door hemzelf bedacht. Op zomeravonden vermaakte hij op die manier de wandelaars op het Janskerkhof (Een plein in het Nederlandse Utrecht). In 1640 wordt dit voor het eerst vermeld en vanaf 1649 krijgt Van Eyck er door het Janskapittel zelfs extra voor betaald. Je kan hem dus gerust een dj in de zeventiende eeuw noemen.

Omdat van Eyck blind was, kon hij zijn muziek niet zelf opschrijven. Dat deed iemand anders voor hem, terwijl hij deze al improviserend als het ware ‘dicteerde’. Wat er op die manier was opgeschreven, liet hij weer voorspelen om te kunnen controleren of het klopte.

De tweedelige verzamelbundel Der Fluyten Lust-hof werd in verschillende herziene drukken gepubliceerd tussen 1644 en 1656. Jacob van Eyck droeg de bundel op aan de beroemde Constantijn Huygens, die indertijd secretaris van de prins van Oranje was.

In totaal omvat Der Fluyten Lust-hof 143 genummerde stukken. Het is een collectie van in die tijd populaire stukken met een internationale herkomst. Denk aan melodieën uit Holland, Vlaanderen, Duitsland, Engeland, Schotland, maar ook bijvoorbeeld Frankrijk of Italië. Tot de in die tijd beroemde componisten van wie Van Eyck muziek als uitgangspunt heeft genomen, behoren: J. Dowland, G. Caccini en G.G. Gastoldi.

In een aantal gevallen blijven Van Eyks variaties betrekkelijk dicht bij de oorspronkelijke melodie, in andere gevallen wijken ze er sterk van af. Na de meeste stukken volgt een aantal modo’s (variaties). Van Eyck ‘brak’ daarbij noten van de basismelodie in noten van een steeds kortere duur (diminutie). Elke volgende modo bij een basismelodie werd op deze manier complexer gemaakt en feitelijk van meer versieringen voorzien.

De muziekstukken bestaan uit:

  • psalmen en andere geestelijke liederen (bijvoorbeeld van Valerius)
  • wereldlijke liederen (waaronder die van ondeugende aard) en aria’s
  • instrumentele stukken (voorspel, dans, fantasie, ricercate)

Het werk biedt een uniek overzicht van de muziekwereld van de late renaissance en de vroege barok. Veel stukken stammen oorspronkelijk uit de late renaissance. Het royale gebruik van variatietechnieken maakt dat de stukken tot de vroege barok kunnen worden gerekend..

Hoewel de werken door Van Eyck dus vanuit zijn blokfluitspel zijn geschreven, kunnen ze in de geest van de tijd ook op andere instrumenten gespeeld worden, zolang het toonbereik van je instrument het toelaat. In de renaissance bestonden er immers van heel wat instrumenten volledige “sets” met verschillende bereiken naar analogie met de menselijke stem een sopraan, alt, tenor en bas. Je kiest dus het passende instrument om de melodie te kunnen spelen.

Op de titelpagina van Der Fluyten Lust-hof kunnen we ook lezen dat de uitgave “Dienstigh voor alle Konstlievers tot de Fluit, Blaes- en allerley Speeltuigh” is. Van Eyck publiceerde in een van de edities van Der Fluyten Lust-Hof zelfs een afbeelding van de “Dwars-fluit” met als laagste noot de sol (g).

De renaissance-fluit was in elk geval een stuk minder ingewikkeld dan onze huidige fluit. Een cilindrische houten buis aan 1 kant dichtgemaakt met 1 blaasgat en 6 vingergaatjes. De eerste afbeelding van een volledige set fluiten zie je hieronder. Ze was in gebruik ruwweg tussen 1500 en 1650

Martin Agricolla: Musica instrumentalis deudsch (1529)
De renaissancefluit of “Schweizer Pfeiff” – Sopraan, Alt, Tenor en Bas

Na een tip van mijn collega Raf laat ik jullie hier ook kennis maken met Alexis Kossenko (°1977). Deze Franse fluitist probeert de muziek die hij speelt ook te spelen op een historisch zo correct mogelijk instrument. Als je op zijn naam verder zoekt op YouTube, kom je heel wat speciale fluiten tegen die de moeite waard om eens te bekijken. Laat gerust weten welke fluit je het mooist vindt.

Voor nu alvast veel luisterplezier met “Pavane Lacryme” van John Dowland en van variaties voorzien door Van Eyck in Der Fluyten Lust-hof met Alexis Kossenko op Renaissancefluit (alt).

Hier kan je een reactie geven:

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

You cannot copy content of this page