Hobo of Fluit?

Het Concerto KV 314 van Wolfgang Amadeus Mozart is ongetwijfeld één van de meest uitgevoerde en bestudeerde werken voor zowel hobo als voor fluit. Maar wat is nu eigenlijk de geschiedenis van dit werk?

Ergens tussen 1 april 1777 en 22 september 1777 componeerde de 21-jarige Mozart in Salzburg een concerto in Do groot voor hobo en orkest voor Giuseppe Ferlendis (1755-1802), een gerespecteerd hoboïst die op 1 april 1777 in dienst werd genomen in de Salzburger Hofkapel. Dit concerto was lange tijd verloren gewaand tot het in 1920 in Salzburg toch werd teruggevonden.

Op 22 september 1777 vertrok Mozart met zijn moeder op reis en zo kwam hij op het einde van 1777 in Mannheim terecht. Bijna dagelijks ging hij eten bij Johann Baptist Wendling (c. 1720-1797), fluitist bij het Mannheimse Hoforkest. Mozart hielp er Wendling onder andere met het orkestreren van 1 van diens Fluitconcerto’s en hij ontmoet er 1 van diens leerlingen, de Nederlandse amateurfluitist Ferdinand Dejean (1731-1797). Deze laatste bood aan om 200 gulden (een heel hoog bedrag in die tijd!) te betalen als Mozart voor hem 3 korte, eenvoudige concerto’s en enkele fluitwartetten zou componeren…

Ferdinand Dejean met een partituur van Mozart op het tafelstatief

Mozart, die dat geld goed kon gebruiken, begon vol goede moed te componeren en al snel had hij zijn eerste fluitconcerto (in Sol groot) en een eerste fluitkwartet (in Re groot – het handschrift hiervan zie je in de titelafbeelding) afgewerkt.

Maar door andere bezigheden raakte het componeren aan deze opdracht wat op de achtergrond. Bovendien was Mozart niet echt een grote fan van de fluit – hij vond dat fluitisten veel te veel moeite hadden om juist te intoneren (een probleem dat nog steeds erg veel aandacht vraagt!).

Omdat hij stilaan in tijdsnood kwam, besloot Mozart zijn eerder gemaakte hoboconcerto wat te herwerken en aan te passen aan een voor de fluit beter speelbare toonaard (Re groot). Op 14 februari 1778 schreef Mozart aan zijn vader: “Morgen vertrekt Dejean naar Parijs en aangezien ik maar 2 concerto’s en 3 kwartetten voor hem heb afgewerkt, heeft hij me maar 96 gulden toegestuurd.” Uiteraard was Mozart hier niet tevreden mee… Hij vond dat hij de volle 200 gulden had moeten krijgen en dan de resterende werken nog kon nazenden…

Het is voor ons fluitisten wellicht heel jammer dat Mozart de volledige bestelling niet kon afwerken, want wat hij WEL afgewerkt heeft, zijn stuk voor stuk echte pareltjes in de fluitmuziek geworden.

In de volgende fragmenten zien en horen we Barthold Kuijken (°1949) aan het werk op de traverso. Barthold is een Belgisch (Vlaams) fluitist bekend van barokmuziekuitvoeringen op authentieke instrumenten. Hij was jarenlang leraar traverso aan het conservatorium van Brussel en Den Haag. Samen met zijn broers Wieland Kuijken (cello en viool) en Sigiswald Kuijken (viool en dirigent) is hij pionier in de authentieke uitvoeringswijze. Hij nam de belangrijkste werken uit het fluitrepertorium op voor verschillende platenlabels.

Het Fluitconcerto in Re-groot van W.A.Mozart heeft 3 delen:

  1. Allegro aperto – “Vrolijk en open” (6’36)
  2. Adagio non troppo – “Langzaam maar niet te veel” (6’01)
  3. Rondo : Allegretto – “Refrein en strofen – vrolijkjes” (6’29)

Je kan ze allemaal na mekaar beluisteren (maar dan ben je toch al snel een 20 minuutjes bezig), of elke dag een deeltje… (een 6-tal minuutjes elk).  

Welk van de delen spreekt jou het meest aan? Het luchtige, frivole en virtuose 1ste deel? Of voel je je meer aangesproken tot de rust en het dromerige van het langzamere 2de deel? Of kan je misschien niet stil blijven zitten bij het dansende karakter van het refreintje uit het 3de deel? Of misschien hou je helemaal niet van deze muziek – ook dat is toegelaten! Laat je het weten in een commentaartje ?

 

Hier kan je een reactie geven:

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

You cannot copy content of this page